Hieronder zijn uitgangspunten opgenomen die zijn gehanteerd bij het opstellen van de ramingen in deze Kadernota. Wij stellen u voor deze kaders en uitgangspunten ook te hanteren bij de samenstelling van de Begroting 2020.
Trendmatige aanpassing
Voor de huidige Kadernota is een percentage ten behoeve van de trendmatige aanpassing bepaald. Hiermee worden de ramingen van de beïnvloedbare uitgaven en de tarieven van de gemeentelijke belastingen en rechten aangepast. Het bepalen van dit percentage gebeurt jaarlijks op basis van de verwachtingen van het Centraal Planbureau (C.P.B.). Het C.P.B. raamt de prijsmutatie van de netto materiële overheidsconsumptie voor het jaar 2020 op 1,5%. Hierdoor wordt dit percentage in de voorliggende Kadernota en later ook in de Meerjarenprogrammabegroting 2020-2023 gehanteerd als trendmatige aanpassing. Daarmee blijft de gemeentelijke begroting in de pas met de geraamde inflatie.
Rentepercentage voor nieuwe investeringen
Als rentepercentage voor nieuwe investeringen wordt het gemiddelde percentage van 1 januari tot 1 april voorafgaand voor het opstellen van de begroting genomen voor een 20 jarige lineaire vaste geldlening bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten genomen en afgerond op 0,5%. Het berekende en afgeronde percentage bedraagt 1,5.
Loonontwikkeling
De CAO voor gemeenteambtenaren kent een looptijd van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. Voor het jaar 2020 is een schatting gemaakt voor de verhoging van de pensioenpremies en een loonsverhoging na 1 januari 2020. In deze Kadernota wordt rekening gehouden met een stijging van totaal 2,5% in 2020.
Aantallen
Bij de opstelling van de begroting wordt voor een aantal maatstaven uitgegaan van vooraf vastgestelde aantallen. De raming van enkele van deze aantallen is voor een belangrijk deel afhankelijk van de geplande ontwikkeling van de woningvoorraad en de verwachte gemiddelde woningbezetting, maar zeker zo bepalend is de economische ontwikkeling.
De cijfers, waarmee wij rekening houden in de berekeningen, voor 2020 en de volgende jaren zijn als volgt:
Nr. | Maatstaf | 2020 | 2021 | 2022 | 2023* |
1 | Inwoners, totaal aantal | 43.480 | 43.895 | 44.150 | 44.150 |
2 | Inwoners, jonger dan 18 jaar | 7.916 | 7.865 | 7.822 | 7.822 |
3 | Inwoners, ouder dan 64 jaar | 10.240 | 10.245 | 10.250 | 10.250 |
4 | Uitkeringsontvangers, totaal | 3.393 | 3.393 | 3.393 | 3.393 |
5 | Leerlingen voortgezet en speciaal onderwijs | 2.672 | 2.599 | 2.533 | 2.533 |
6 | Oppervlakte van de gemeente (in ha.) | 10.611 | 10.611 | 10.611 | 10.611 |
7 | Oppervlakte van de bebouwing (in ha.) | 331 | 335 | 339 | 339 |
8 | Woonruimten | 20.056 | 20.252 | 20.396 | 20.396 |
9 | W.O.Z.-waarde, totaal (in € 1 miljoen) | 4.488 | 4.550 | 4.598 | 4.598 |
* De cijfers van 2023 worden aangepast op basis van gegevens van de meicirculaire 2019.
Overige uitgangspunten
Naast de bovengenoemde uitgangspunten zijn er bij de opstelling van de Kadernota nog andere uitgangspunten van kracht. Deze zijn opgenomen in:
- Financiële verordening Gemeente Zevenaar 2018
- Nota activerings- en afschrijvingsbeleid 2018
- Nota reserves en voorzieningen 2018;
- Beleidsnota Risicomanagement en weerstandscapaciteit;
- Wet op het BTW-compensatiefonds;
- Wet FIDO en Treasurystatuut gemeente Zevenaar;
- Beleid van kostendekkendheid van tarieven en het principe 'De vervuiler betaalt'.